Nederland is de afgelopen jaren veranderd in een compensatiemaatschappij. Het calvinistische adagium dat iedereen zijn eigen schade draagt lijkt voorgoed verdwenen en te zijn ingewisseld voor de slogan “pech moet weg”. Voorbeelden hiervan zijn:
- de coronasteunregelingen
- de compensatie voor de gaswinning in Groningen
- de energiecompensatie
- de compensatie van de getroffenen door de watersnoodramp Limburg
- de compensatie van de toeslagenouders
Het opzetten en bevredigend uitvoeren van al die compensatieregelingen is geen onverdeeld succes. In veel gevallen moeten burgers lang wachten op hun compensatie en de procedures worden als ingewikkeld ervaren. In Nederland bestaat geen wettelijk kader voor het toekennen van compensaties. Dit heeft onder andere als nadeel dat het onduidelijk is in welke gevallen de overheid wel en niet compenseert en ook dat moeilijk verklaarbare verschillen tussen de compensatieregelingen bestaan. Dit staat op gespannen voet met de beginselen van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid.
In De compensatiemaatschappij pleit Prof. mr. J.E. van den Brink daarom voor het opstellen van een algemene wettelijke regeling voor het verstrekken van compensaties waarin ook wordt neergelegd in welke gevallen de overheid compenseert en ook wanneer niet. Een cruciale voorwaarde daarbij is wel dat politici zich dan daadwerkelijk aan die wet zullen moeten houden en niet opnieuw buitenwettelijke regelingen in het leven zullen roepen.
Compensatieregelingen actueel
Er bestaat vandaag de dag veel aandacht voor de compensatiemaatschappij vanuit de politiek en instituties, maar ook de media. De maatschappij vraagt steeds vaker om compensatie naar aanleiding van allerlei crises. De politiek speelt daarop in met het opstellen van compensatieregelingen. Instituties zoals de Raad van State en het CPB waarschuwen voor de nadelige consequenties daarvan, zoals precedentwerking en stijgende overheidsuitgaven. De media bericht hierover regelmatig.
De compensatiemaatschappij is van grote waarde voor advocaten, wetenschappers en overheden.