Als u werkt met strafzaken, heeft u te maken met bewijs. Voor een schuldigverklaring moet de rechter er op grond van voldoende wettige bewijsmiddelen van overtuigd zijn, dat de verdachte het strafbaar feit heeft gepleegd. Bij de beantwoording van de vraag of de bewijsmiddelen overtuigend zijn, heeft de rechter veel vrijheid en dus verantwoordelijkheid. Vraagt u zich ook af hoe de rechter de bewijzen weegt? Hoe hij tot zijn overtuiging komt? En hoe hij tunnelvisie voorkomt? Bij dat proces liggen enkele psychologische valkuilen op de loer. Dit boek pleit in het belang van de kwaliteit van de rechtspraak voor een (gedeeltelijk) kwantitatieve benadering van het bewijs. Daartoe wordt het concept van de diagnostische waarde toegelicht.
Rekenen met bewijs
Bij de vaststelling van diagnostische waarde gaat het niet zozeer om een logisch-analytisch onderzoek, maar om een empirisch-statistisch onderzoek. Deze methode die is gestoeld op de statistiek, vormt een manier om de trefzekerheid uit te drukken. Met de diagnostische waarde wordt de omvang van de bewijskracht van een bewijsmiddel vastgesteld. De waarde geeft de verhouding tussen het percentage in de statistiek zogenoemde treffers en vals positieven en tussen het percentage missers en terechte verwerpingen.
De diagnostische waarde van bewijs
Het boek licht de diagnostische waarde eerst toe. Van verschillende bewijsmiddelen wordt de diagnostische waarde besproken: herkenningen door ooggetuigen, belastende getuigenverklaringen, betrouwbaarheidsbeoordelingen van verklaringen, en bekentenissen. Vervolgens komen de voordelen en ook de beperkingen van de diagnostische waarde aan bod. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) hanteert inmiddels de likelihood ratio. Die concepten verschillen niet veel, maar de likelihood ratio maakt deel uit van de meeromvattende Bayesiaanse analyse. Deze analyse van Bayes wordt daarom ook in het boek behandeld.
Prof. mr. dr. Eric Rassin
De auteur prof. mr. dr. Eric Rassin is bijzonder hoogleraar Rechtspsychologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij heeft verschillende boeken en artikelen op zijn naam staan en geeft cursussen. Zijn onderzoeksinteresse is onder andere besluitvorming. Het fascineert hem dat er met strafrechtelijk bewijs te rekenen valt. Hij hoopt dat alle partijen in een strafproces sneller op één lijn komen als ze spreken over de diagnostische waarde van bewijsmiddelen.