De auteur bespreekt de civielrechtelijke dwangsom aan de hand van drie karaktertrekken: in drie delen komen achtereenvolgens het preventief, definitief en accessoir karakter van de dwangsom aan de orde. De drie delen monden elk uit in een slothoofdstuk met praktische aanwijzingen. Met het boek wordt aldus beoogd niet uitsluitend dogmatische vraagstukken te beantwoorden, maar daarnaast een handleiding te bieden voor de rechtspraktijk. Deze dissertatie vormt het vijfde dissertatie deel in de Serie Burgerlijk Proces & Praktijk. De serie staat onder redactie van prof.mr. G.R. Rutgers, prof.mr. H.J. Snijders en prof.mr. J.B.M. Vranken.