Op 1 juli 2021 zijn binnen de EU de nieuwe btw-regels voor e-commerce in werking getreden. Onderdeel van deze nieuwe regels is de fictie voor platforms, waardoor platforms voortaan de btw op bepaalde goederenleveringen aan consumenten verschuldigd zijn, in plaats van de onderliggende leveranciers. De fictie heeft als doel om een doeltreffende en efficiënte inning van btw te bewerkstelligen, iets wat met de oude regelgeving lastig te realiseren was.
De nieuwe platformfictie lijkt op het eerste gezicht wellicht een efficiënte regeling. De btw van bepaalde afstandsverkopen kan immers worden geïnd van een relatief kleine groep belastingplichtige platforms. Echter staat hier wel tegenover dat de platforms te maken krijgen met een substantiële toename van de administratieve lasten. Frictie rondom de Unierechtelijke platformfictie bevat een kritische analyse van de conformiteit van de platformfictie aan de beginselen van adequate belastingwetgeving vanuit een EU-perspectief.
Unierechtelijke platformfictie ontwikkelingen
Deze uitgave sluit aan bij diverse actuele ontwikkelingen wat betreft e-commerce en handel via het internet, platformeconomie en technologie. De titel is onmisbaar voor een diepgaande analyse van de platformfictie ten opzichte van de beginselen van adequate belastingwetgeving, zoals de neutraliteit, efficiëntie, zekerheid en eenvoud, effectiviteit en rechtvaardigheid en flexibiliteit. De publicatie bevat aanbevelingen om de platformfictie vollediger met de beginselen in overeenstemming te brengen. Hierbij wordt ook een blik geworpen over de Australische, Noorse en Engelse grens, waar al eerder een soortgelijke fictie voor platforms in werking is getreden.
Frictie rondom de Unierechtelijke platformfictie is van grote waarde voor studenten fiscale economie en fiscaal recht, fiscale wetenschappers en fiscale beleidsmakers.