In Goed koopmansgebruik staat - niet verrassend - het goed koopmansgebruik centraal. Aardig om te weten is dat dit begrip al voorkwam in de Wet IB 1914. En wel als handleiding om de hoogte van de fiscaal toelaatbare afschrijvingen te bepalen. Het voorschrift dat de jaarlijkse winst moet worden berekend volgens goed koopmansgebruik, stamt uit de Wet Belastingherziening 1950. Het begrip goed koopmansgebruik heeft aldus in tientallen jaren van jurisprudentie inhoud gekregen. De wet bevat ook inbreuken op dit goed koopmansgebruik.
Basisprincipes goed koopmansgebruik
Wat mag u van deze uitgave verwachten? U vindt hierin onder meer informatie over de basisprincipes van goed koopmansgebruik. Die kennis is belangrijk, omdat deze u concreet helpt bij het analyseren van fiscale vraagstukken rond het jaarwinstbegrip in uw praktijk of studie. Ook worden hierbij onder meer de volgende begrippen uitgewerkt: jaarwinst, bestendige gedragslijn, realiteit, voorzichtigheid en eenvoud. De wettelijke beperkingen aan - en de uitbreidingen van - goed koopmansgebruik komen eveneens aan bod. Denk hierbij onder meer aan:
- de regels over afschrijving op bedrijfsmiddelen
- de waardering van onderhanden werk
- afwaardering naar lagere bedrijfswaarde
- toekomstige kosten en lasten
- waardering van pensioenverplichtingen
Goed koopmansgebruik sluit af met een chronologisch register van de aangehaalde jurisprudentie. Jurisprudentie en regelgeving zijn in deze vijfde, gewijzigde druk bijgewerkt tot en met 1 september 2016.