In de fiscaal-notariële praktijk ziet u bij de flexibele testamenten een prominente rol voor legaten met exotische namen als ‘afvullegaten’, ‘handmatige ventiellegaten’, ‘keuzelegaten’, ‘ik-opa-legaten’ en ‘voorwaardelijke afstandslegaten’. mr. G.G.B. Boelens onderzocht hoe met deze legaten wordt geprobeerd minder erfbelasting te betalen, of dat wenselijk is en zo nee, in hoeverre de wetgever daartegen kan optreden. De successierechtelijke vraagstukken vindt u in deel II van dit proefschrift. In deel I leest u alles over de plaats van het legaat in het civiele recht.
Legaten en civielrecht
Het civielrechtelijk onderdeel van Het legaat, de wisselwerking tussen civiel en fiscaal recht heeft zelfstandige betekenis naast het fiscaal deel. Het geeft u een uitvoerige uiteenzetting van de geschiedenis en de betekenis van het legaat. Vanaf het ontstaan tot nu. Met een uitwerking van de verschillende verschijningsvormen van het legaat, zoals het legaat van andermans zaken, het legaat ten laste van de huwelijksgemeenschap en het legaat tegen inbreng. Bij al deze onderwerpen ziet u hoe het in het BW boek 4 geregelde legaat zich verhoudt tot het in het BW boek 6 opgenomen algemene verbintenissenrecht.
Legaten en successierecht
Met dit proefschrift bent u volledig op de hoogte van alle successierechtelijke toepassingen van het legaat, met de spanning tussen civiel en fiscaal recht. Centraal staat de vraag wat onder de vernieuwde Successiewet nog de betekenis is van deze fiscale structuren. Boelens onderzocht:
- of het terecht is dat de wetgever sommige gehanteerde structuren onwenselijk acht
- hoe de wetgever met de herziene successiewetgeving in 2010 heeft geprobeerd deze ongewenste structuren te bestrijden en
- hoe effectief en proportioneel dit is gebeurd
Belang onderzoek
Het is voor een erflater van groot belang dat een uiterste wilsbeschikking geldig is en de beoogde werking heeft. Dit onderzoek biedt duidelijkheid over die civielrechtelijke en de fiscale grenzen van een legaat. De onderzoeksresultaten zijn bruikbaar voor iedereen in de notariële en de fiscale praktijk. Maar ook voor de sociale wetenschap en de wetgever, vooral op het punt van perceptie van en draagvlak voor de successiewetgeving.
