De 12e druk van Hoofdzaken verzekeringsrecht levert wederom de veelgeprezen helderheid en systematiek die de lezer van deze uitgave gewend is. Niet voor niets wordt het boek ook onder Nederlandse rechters veel gebruikt. De auteur bewijst dat diepgaande kennis van het weerbarstige verzekeringsrecht kan samengaan met een tot eenvoud teruggebrachte presentatie van de hoofdzaken, die de lezer tot werkelijk begrip voert.
Van de lezer wordt enige kennis verondersteld van het goederen- en verbintenissenrecht. De uitgave is van waarde voor iedereen die zich bezighoudt met juridische aspecten van het verzekeringsrecht. Zo wordt de titel gebruikt door rechters, assurantietussenpersonen en functionarissen bij verzekeringsmaatschappijen, academici en studenten (HBO en WO).
Verzekeringsrecht actueel
Deze vernieuwde 12e druk is op diverse fronten bijgewerkt. Zo is een afzonderlijke paragraaf (3.6) opgenomen betreffende de beleggingsverzekering (woekerpolis). Dit mede naar aanleiding van H.R. 11 februari 2020, vindplaats Rechtspraak.nl. Hierin werd geoordeeld dat voor beleggingsverzekeraars ook uit andere bronnen dan de Europese context (bijvoorbeeld de redelijkheid en billijkheid) informatieverplichtingen tegenover verzekeringnemers kunnen voortvloeien.
Vanzelfsprekend is de titel ook bijgewerkt met nieuwe jurisprudentie. Een uitspraak die de aandacht trekt is bijvoorbeeld H.R. 6 juli 2018 NJ 2019 118. In dit arrest werd vastgesteld dat de rechtsverhouding tussen de WAM-verzekeraar en de benadeelde van geheel andere aard is – geen vertrouwenskarakter – dan die tussen de WAM-verzekeraar en verzekeringnemer. Het gevolg hiervan is dat er minder ruimte bestaat voor analogie-redeneringen.