Individuele straftoemeting in het fiscale bestuurlijke boeterecht

Wanneer iemand zich niet aan de fiscale spelregels houdt, volgt een bestuurlijke boete. Maar hoe komt deze boete eigenlijk tot stand? Op welke rechtsbeginselen is deze keuze gefundeerd? En welke strafverminderende en strafverzwarende omstandigheden kunnen hierbij van kracht zijn?

Individuele straftoemeting is per definitie ‘maatwerk’ en daarmee potentieel onderhevig aan willekeur. Hoewel individuele straftoemeting van fiscale bestuurlijke boeten al jaren voer is voor wetenschappelijke discussie, ontbrak het lange tijd aan een uitgave die het vraagstuk in al haar facetten behandelt. Individuele straftoemeting in het fiscale bestuurlijke recht vormt daarmee het eerste diepgravende onderzoek naar dit onderwerp.

De inzichten uit deze dissertatie bieden houvast voor zowel de inspecteur, de bestuursrechter als de fiscaal adviseur. Ook wijst de auteur naar toekomstige stappen die het proces van individuele straftoemeting rechtvaardiger kunnen maken.

Totstandkoming bestuurlijke boetes
Het werk schetst allereerst de geschiedenis en ontwikkeling die straftoemeting van fiscale boeten in de loop der jaren heeft doorgemaakt.

De lezer krijgt daarna een grondiger beeld van het geldende recht aan de hand van vier rechtelijke steunpilaren: het onpartijdigheidsbeginsel, het zorgvuldigheidsbeginsel, het proportionaliteitsbeginsel en het motiveringsbeginsel. U vindt per rechtsbeginsel op welke fiscale rechtsnormen zij rusten, aangevuld met een vergelijking met het strafrecht. Dit geeft inspecteurs en bestuursrechters een leidraad bij het bepalen van de straftoemeting.

Individuele straftoemeting in het fiscale bestuurlijke boeterecht is ook waardevol voor belastingplichtigen en gemachtigden. Zo krijgen ze inzicht in wat ze kunnen verwachten in een boeteprocedure en een steviger houvast in hun verweer. In dit kader belicht de uitgave onder meer negentien specifieke strafverminderende en strafverzwarende omstandigheden.