Aan de orde komt wanneer men als financiëledienstverlener een vergunning nodig heeft van de AFM. Voorts wordt ingegaan op de eisen voor het verkrijgen van een AFM-vergunning, zoals betrouwbaarheid.
Ook de (formele) aanvraagprocedure wordt belicht. Bijzondere onderwerpen komen aan de orde, zoals de collectieve vergunning. Bovendien laat een blik ‘over de poort’ de hoofdlijnen van de doorlopend toezichteisen zien (zoals ken-uw-klant-regels). Het boek sluit af met het toezicht- en handhavingsinstrumentarium van de AFM en een paragraaf over marktuittreding.
Het boek beoogt een bijdrage te leveren aan het inzicht van de praktijkjurist (advocaten, juristen, toezichthouders en compliance-officers). Het kan worden gebruikt als handboek of naslagwerk. Het kan voorts dienen als leerboek voor gevorderde studenten.