In dit praktijkboek (3e druk) wordt het Nederlandse internationaal personen- en familierecht beknopt en overzichtelijk in kaart gebracht. Na een inleidend hoofdstuk over de kernbegrippen van het IPR en een hoofdstuk over de algemene bepalingen van IPR in Boek 10 BW volgen acht hoofdstukken over bijzondere onderwerpen van internationaal personen- en familierecht: personenrecht, afstamming, huwelijk en huwelijksgevolgen, ontbinding van het huwelijk, ouderlijke verantwoordelijkheid en kinderontvoering, alimentatie, adoptie, en geregistreerd partnerschap.
Per onderwerp wordt aandacht besteed aan de relevante rechtsbronnen (Europese verordeningen, internationale verdragen en nationale wetten) en hun onderlinge verhouding, voorts aan de internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter, het toepasselijk recht, de rechtskracht van buitenlandse beslissingen en, voor zover relevant, de internationale rechtshulp. Ieder hoofdstuk bevat talrijke verwijzingen naar recente rechtspraak en literatuur. Door deze integrale aanpak is Nederlands internationaal personen- en familierecht een onmisbare wegwijzer voor iedere jurist die in de praktijk te maken krijgt met vragen van internationaal personen- en familierecht.
Personen- en familierecht actueel
Deze titel is volledig geactualiseerd en bevat verwijzingen naar actuele rechtspraak en literatuur. Het praktijkboek sluit aan bij recente ontwikkelingen in het IPR, zoals de Verordening Huwelijksvermogensstelsels en de Herschikking van de Verordening Brussel II-bis.
Nederlands internationaal personen- en familierecht is van grote waarde voor advocaten, rechters, notarissen en alle andere praktijkjuristen die in aanraking komen met het internationaal personen- en familierecht.