Er zijn inmiddels nauwelijks strafzaken denkbaar waarin digitaal bewijs in het strafdossier ontbreekt. In de Smartphone-arresten uit 2017 geeft de Hoge Raad aan onder welke voorwaarden opsporingsdiensten onderzoek aan digitale-gegevensdragers mogen doen om dat bewijs te vergaren. Daarmee is een einde gekomen aan de ongelimiteerde mogelijkheden van opsporingsdiensten om digitale-gegevensdragers te mogen onderzoeken.
In Onderzoek aan digitale-gegevensdragers wordt een gedetailleerd overzicht gegeven van deze Smartphone-arresten en de jurisprudentie die daarna is verschenen. De titel geeft naast een analyse van het juridisch beoordelingskader ook een gedetailleerd overzicht van de technische en privacy-rechtelijke aspecten van het onderzoek aan digitale-gegevensdragers. Zo ontstaat een compleet overzicht van dit onderwerp, dat van belang is voor iedereen die zich serieus wil verdiepen in het onderzoek van digitale-gegevensdragers.
Digitale-gegevensdragers actueel
In dit boek wordt – meer dan in de traditionele juridische literatuur – een nauwkeurig en actueel overzicht gegeven van de technische aspecten van het onderzoek aan digitale-gegevensdragers. Zo wordt de noodzakelijke verbinding gelegd van techniek met de juridische, theoretische praktijk. Om het onderwerp goed te kunnen begrijpen en de rechtsvragen goed te kunnen beoordelen is kennis omtrent de technische aspecten noodzakelijk.
Onderzoek aan gegevens op digitale-gegevensdragers is met name bedoeld voor juridische beroepsbeoefenaars die te maken krijgen met onderzoek aan digitale-gegevensdragers. Dat zijn vooral rechters, waaronder rechtercommissarissen, officieren van justitie, de juridische ondersteuners van hen beide, maar ook opsporingsambtenaren en de advocatuur.