In deze uitgave wordt de wettelijke regeling van opschortingsrechten (inclusief de exceptio non adimpleti contractus) aan een uitgebreide beschouwing onderworpen.
Besproken worden o.a. de grondslag en functies van opschortingsrechten, de voorwaarden en beletselen voor het uitoefenen ervan, de gevolgen van een -al of niet terechte- opschorting, zowel tussen partijen als jegens derden, alsmede enkele processuele aspecten van het inroepen van een opschortingsbevoegdheid. Bij dat alles wordt ruim aandacht besteed aan de jurisprudentie van de Hoge Raad.