De mogelijkheid om rente in aftrek te brengen, zonder dat daar in Nederland belastbare opbrengsten tegenover staan, opent de deur voor opportunistisch gedrag van belastingplichtigen. Wanneer belastingplichtigen op gekunstelde wijze rentelasten oproepen om de belastbare winst te drukken, dan spreekt men van winstdrainage. Winstdrainage door renteaftrek geldt als standaardwerk over de belangrijkste maatregel hiertegen, art. 10a Wet VPB 1969.
Art. 10a Wet VPB 1969
Na pogingen tot bestrijding van winstdrainage met het leerstuk fraus legis, die wisselende successen boekten, is art. 10a Wet VPB 1969 geïntroduceerd. Deze bepaling richt zich tegen renteaftrek ingeval van schulden aan een met de belastingplichtige verbonden persoon, die verband houden met bepaalde rechtshandelingen zoals uitdelingen, stortingen en acquisities. Deze aftrekbeperking is in de loop der jaren steeds belangrijker geworden, mede door diverse aanscherpingen (deels als reactie op arresten van de Hoge Raad).
Wetswijzigingen en jurisprudentie
Deze volledig herziene derde druk is bijgewerkt tot en met 18 september 2020. Renteaftrek van vennootschappen is een blijvend actueel thema. De talrijke wetswijzigingen en jurisprudentie sinds de vorige editie maken dit een essentiële update voor professionals en academici te maken hebben met kwesties omtrent renteaftrek van vennootschappen. Naast de meest recente wetgeving en rechtspraak over art. 10a Wet VPB 1969 zelf, staat de auteur stil bij diverse andere relevante ontwikkelingen. Denk hierbij aan het EU-recht, beleid van de belastingdienst, wijzigingen van het regime van de fiscale eenheid, het leerstuk van de onzakelijke lening en andere renteaftrekbeperkingen.